
Hoe moet je wijn proeven: tips en trucs
Wijnproeven is meer dan alleen een glas aan je lippen zetten en een slok nemen. Wat in eerste instantie simpel lijkt, blijkt een complex en boeiend proces te zijn dat verder gaat dan alleen drinken. Het gaat om aandachtig kijken, ruiken en proeven om te ontdekken wat een wijn echt uniek maakt. Met een paar praktische technieken kun je het maximale uit elke fles halen en wijn op een dieper niveau gaan waarderen. In deze blog laten we zien hoe je wijn kunt proeven met de precisie van een expert en wat je allemaal kunt ontdekken met een paar simpele stappen.

1. Het visuele aspect: kleur en helderheid
Voordat je zelfs maar aan het proeven begint, kan het uiterlijk van de wijn al veel vertellen. Het visuele aspect van wijn is een van de eerste dingen die wijnexperts beoordelen, omdat het belangrijke aanwijzingen geeft over de leeftijd, kwaliteit en zelfs de smaakprofiel van de wijn.
- Kleur: De kleur van de wijn vertelt vaak iets over de druivensoort en de leeftijd van de wijn. Rode wijnen variëren bijvoorbeeld van dieprood tot bruinachtig, en naarmate ze ouder worden, kunnen ze aan intensiteit verliezen en een baksteenrode kleur krijgen. Witte wijnen kunnen in kleur variëren van bijna kleurloos tot diep goudgeel, waarbij oudere witte wijnen vaak donkerder worden.
- Helderheid en intensiteit: Helderheid geeft een idee van de zuiverheid van de wijn. Een troebele wijn kan bijvoorbeeld ongefilterd zijn, wat in sommige gevallen wenselijk is, terwijl een kristalheldere wijn vaak wordt gezien als verfijnd en goed gemaakt. De intensiteit van de kleur kan ook iets zeggen over de concentratie van de smaken in de wijn.
- Tranen (of ‘benen’): Na het ronddraaien van de wijn in het glas, kun je soms zien dat er dunne druppels langs de zijkant van het glas naar beneden glijden. Dit wordt vaak aangeduid als ‘tranen’ of ‘benen’. Hoe dikker en langzamer deze druppels bewegen, hoe hoger waarschijnlijk het alcoholpercentage of het suikergehalte in de wijn is.

Proef-tip: Neem de tijd om echt naar de wijn te kijken voordat je gaat ruiken of proeven. De kleur en helderheid kunnen je veel vertellen over wat je kunt verwachten bij de eerste slok.
2. Het aroma ontdekken: de neus van de wijn
Het aroma, ook wel de “neus” van de wijn genoemd, is een cruciaal onderdeel van het proeven. Ruiken geeft je een eerste indruk van de wijn en kan helpen om de verschillende smaaklagen beter te begrijpen. Voordat je een slok neemt, is het essentieel om de geuren goed in je op te nemen.
De juiste techniek: Draai de wijn zachtjes rond in je glas. Dit helpt om zuurstof in de wijn te brengen, waardoor de aroma’s vrij kunnen komen. Neem vervolgens een paar korte, geconcentreerde snuiven en probeer de geuren te identificeren.
Primaire, Secundaire en Tertiaire Aroma’s:
Primaire aroma’s komen rechtstreeks van de druiven en omvatten fruitige, bloemige en kruidachtige geuren. Denk aan bessen, citrusvruchten of bloemen zoals rozen.
Secundaire aroma’s ontstaan door het wijnmaakproces. Dit zijn vaak geuren van gist of hout, zoals die van vers brood, boter of geroosterde noten.
Tertiaire aroma’s ontwikkelen zich tijdens de rijping van de wijn, bijvoorbeeld in houten vaten of in de fles. Dit zijn complexere geuren zoals leer, tabak, gedroogd fruit of honing, die vaak in oudere wijnen te vinden zijn.
- Waar moet je op letten?: Probeer te ontdekken welke geuren naar voren komen. Ruikt de wijn fris en fruitig, of juist complex met aardse en rokerige tonen? Deze aroma’s kunnen je een idee geven van hoe de wijn zal smaken en hoe hij in balans is.

Proef-tip: Probeer bij het ruiken je eerste instinct te volgen. Wat doet de geur je aan denken? Dit helpt je later bij het herkennen van terugkerende aroma’s in verschillende wijnen.
3. De smaak: wijn proeven in lagen
Na het visuele aspect en het aroma is het eindelijk tijd om de wijn te proeven. Maar wijn proeven is niet zomaar een slok nemen; het gaat om het ontdekken van de verschillende smaaklagen en het begrijpen van de balans tussen zoetheid, zuurgraad, tannines en de afdronk.
De eerste slok: Neem een kleine slok en laat de wijn door je mond rollen. Probeer elk deel van je tong te gebruiken om de verschillende smaken te ontdekken—zoet aan de voorkant, zuur aan de zijkanten en bitter achterin.
Smaaklagen: Wijn heeft vaak meerdere lagen. De eerste smaak die je proeft (de “aanzet”) geeft vaak een indruk van de primaire smaken, zoals fruit of citrus. Na een paar seconden kun je secundaire smaken ontdekken, zoals kruiden, hout of chocolade, die meer diepte aan de wijn geven.
Zuurgraad, Tannines en Zoetheid:
Zuurgraad geeft de wijn frisheid en scherpte. Vooral bij witte wijnen zorgt zuur voor een frisse, levendige smaak.
Tannines zijn vooral in rode wijnen belangrijk en geven een droog, soms stroef gevoel in de mond. Ze zijn afkomstig van de schil, pitten en het hout waarmee de wijn in contact is geweest.
Zoetheid varieert van zeer droge tot dessertwijnen. Probeer te ontdekken waar de wijn op deze schaal valt.
- Afdronk: De afdronk is de smaak die blijft hangen nadat je de wijn hebt doorgeslikt. Een lange, complexe afdronk wijst vaak op een kwalitatieve wijn, terwijl een korte afdronk kan wijzen op een lichtere wijn zonder veel diepte.

Proef-tip: Slik de wijn niet meteen door. Neem de tijd om de smaken in je mond te voelen en let op hoe ze zich ontwikkelen. Dit helpt om meer nuances te ontdekken.
4. Mondgevoel en structuur: de textuur van wijn begrijpen
Wijn is niet alleen een kwestie van smaak; het mondgevoel, of de structuur, speelt ook een grote rol in hoe je een wijn ervaart. Het mondgevoel verwijst naar de manier waarop de wijn in je mond aanvoelt—of het nu licht, vol, droog of zacht is.
Licht versus vol: Witte wijnen voelen vaak lichter aan in de mond dan rode wijnen. Dit wordt vaak beschreven als “body” of “volheid.” Een wijn met een lichte body is delicaat en fris, terwijl een volle wijn rijk en intens is, bijna zoals een roomsaus in plaats van water.
Tannines: Bij rode wijnen spelen tannines een grote rol in het mondgevoel. Ze geven een droog, soms stroef gevoel op je tandvlees en tong. Dit maakt de wijn complexer en zorgt ervoor dat de smaken langer blijven hangen.
Alcohol: Wijnen met een hoger alcoholgehalte hebben vaak een warm gevoel in de mond, wat soms de intensiteit van de wijn vergroot. Dit is vooral merkbaar in vollere wijnen zoals Syrah of Zinfandel.
Textuur: Sommige wijnen kunnen bijna zijdeachtig of romig aanvoelen (vooral bij witte wijnen zoals Chardonnay die in eikenhout zijn gerijpt), terwijl andere wijnen een scherpe, frisse textuur hebben. Dit hangt vaak af van de zuurgraad en de balans van de wijn.

Proef-tip:Probeer je te concentreren op hoe de wijn aanvoelt in je mond, niet alleen op de smaak. Een wijn die soepel aanvoelt met een evenwichtige structuur wordt vaak als beter beschouwd.
5. Trucs voor beter proeven: handige tips
Nu je de basis van het wijnproeven kent, zijn er nog een paar eenvoudige trucs die je ervaring naar een hoger niveau kunnen tillen. Deze kleine aanpassingen kunnen ervoor zorgen dat je meer details en nuances in de wijn ontdekt.
Temperatuur doet ertoe: Wijnen komen het best tot hun recht op de juiste temperatuur. Witte wijnen worden vaak te koud geserveerd, waardoor hun smaken minder uitgesproken zijn, terwijl rode wijnen soms te warm worden geserveerd, waardoor de alcohol meer naar voren komt. Idealiter serveer je witte wijn rond de 8-12°C en rode wijn rond de 15-18°C.
Gebruik het juiste glas: Het glas waarin je de wijn drinkt kan de smaakbeleving beïnvloeden. Een groter glas voor rode wijn helpt om de aroma’s beter vrij te laten komen, terwijl een kleiner, tulpvormig glas voor witte wijn de frisheid en geur beter behoudt.
Decanteren: Voor veel rode wijnen, en soms ook voor oudere witte wijnen, kan het decanteren (het overgieten in een karaf) helpen om de wijn te laten ademen en de smaken te openen. Dit is vooral nuttig voor jongere, vollere wijnen die nog wat gesloten zijn.
Ademhalingstechniek: Wanneer je de wijn proeft, probeer dan kleine beetjes lucht door je mond te zuigen terwijl je de wijn in je mond houdt. Dit helpt om de aroma’s verder vrij te laten komen en geeft je een completere smaakervaring.
Smaak resetten: Als je meerdere wijnen proeft, kan het nuttig zijn om tussendoor een slok water te nemen of een neutraal stukje brood te eten om je smaakpapillen te resetten. Dit zorgt ervoor dat je elke wijn objectief kunt beoordelen.

Proef-tip: Proef wijn bewust en neem de tijd om elke stap uit te voeren. Dit maakt niet alleen het proces leuker, maar zorgt er ook voor dat je meer leert herkennen in elke wijn die je proeft.
Conclusie
Wijnproeven is een kunst die je steeds beter leert beheersen door bewuster te kijken, ruiken en proeven. Met deze technieken kun je dieper in de wereld van wijn duiken en nieuwe dimensies ontdekken in elk glas. Of je nu net begint of al meer ervaring hebt, het mooie aan wijn is dat er altijd iets nieuws te leren valt. Benieuwd hoe deze smaken tot stand komen? Lees dan verder in onze blog over het wijnmaakproces van wijngaard tot fles en ontdek hoe wijn zijn unieke karakter krijgt.